Voor in de verhalenkoffer: een verhaal over verhaal en waarheid. Dit is een kort Joods verhaal, dat ik laatst gebruikt heb bij een workshop over Storytelling.
Het was mijn bedoeling om aan te geven waarom het goed kan zijn om een verhaal te vertellen. Het verhaal leidde uiteindelijk ook tot een gesprek over het hart op de tong hebben. En wat het voor de relatie met je gesprekspartner betekent als je ongezouten de “waarheid” neerlegt.
Het verhaal van de waarheid
In een land, hier ver, ver vandaan, werd op een dag een meisje geboren. Naakt. Het meisje, Waarheid, werd groter en groter en weigerde, tot verdriet van haar ouders, kleren aan te trekken. ‘Ik ben naakt geboren,’ vertelde ze haar ouders, ‘en ik zie geen enkele reden waarom ik kleding zou moeten dragen.’
Ze woonde haar hele jeugd in een klein dorpje. Aan haar naaktheid raakten de dorpelingen langzaam gewend. Toen ze 18 werd, vond ze het tijd voor een reis de wijde wereld in. Ze pakte haar knapzak en vertrok. Voor onderdak klopte ze aan. Tot haar grote schrik werden alle deuren weer voor haar neus dichtgegooid. Niet een keer, maar elke keer als ze aanklopte.
Nu was Waarheid een meisje met een ruggengraat. Overal waar ze kwam, klopte ze aan. En werd de deur weer voor haar neus dichtgegooid. Maar op een dag, na het maandenlang kloppen op de deur van duizenden huizen, zakte ze huilend ineen onder de schaduw van een wilg, aan de oever van een afgelegen beekje.
Haar reis had inmiddels het pad gekruist van de reis van Verhaal. Net als Waarheid jong, 18 jaar en nieuwsgierig de wijde wereld ingetrokken. Verhaal was prachtig. Lange haren, prachtige jurk met witte onderrokken, een mantel en gekleurde zijden sjaals. Overal waar Verhaal aanklopte, gingen deuren wijd open. Prachtige gesprekken, lange avonden aan het haardvuur en heel veel nieuwe kennissen. Het was een mooie reis, maar ook wat vermoeiend. Verhaal ging op zoek naar een rustig plekje, waar ze even kon zitten en tot zichzelf kon komen. En zo vond ze Waarheid bij de wilg, die inmiddels haar tranen aan het drogen was.
Verhaal vroeg Waarheid waarom ze zo verdrietig was. Waarheid vertelde haar verhaal en zei dat ze niet begreep waarom alle deuren voor haar dicht gingen.
‘Lieve Waarheid,’ lachte Verhaal, ‘mensen houden niet van de naakte waarheid. Maar als je haar aankleedt, zo mooi als je kunt, laten ze de waarheid binnen.’ En ze leende Waarheid wat van haar rokken en sjaals.
Waarheid vervolgde haar reis. Waarbij tot haar grote vreugde de deuren ook voor haar open bleven.