Er is geen plek waar ik zo makkelijk instant geluk vandaan kan halen als uit het tuincentrum. Deze week was het weer zo ver.
Na een half uur op de kamerplantenafdeling kon ik naar huis met dit keer een compleet nieuwe verzameling kamerplanten.
Om bij de kassa te komen word je langs alle afdelingen met snuisterijen geleid. Ik was niet de enige vrouw (maandagmiddag, dan heb je dat) die het hoofdpad regelmatig verliet om een woonafdeling op te lopen. We liepen in een rustige stroom naar de kassa, onze karren gevuld met klokken op tijdschriftenrekken, kaarsjes, kleden en kookboeken. En allemaal met een gelukkige glimlach op ons gezicht.
Het is ook logisch dat we er zo blij uit zagen. Onze hersens hadden ons net beloond met een beetje dopamine. Een plezierhormoon, dat vrijkomt, iedere keer als we iets doen wat we prettig vinden. Waarvoor we ook graag het tuincentrum leeg kopen, ook al hebben we het gros niet nodig.
De meesten van ons worden alleen maar een beetje gelukkig van dat stootje dopamine. Maar met een beetje pech kun je ook ook nog verslaafd raken aan dat spul. Sommigen van ons kunnen zich niet bedwingen om richting tuincentrum te gaan, ook als dat betekent dat je aan het eind van de maand niet meer kunt eten. Zo ver is het bij mij gelukkig niet.
Ik heb maar één shopper gezien die niet lachte. Ze had een volle kar met bij elkaar passende paarse woonaccessoires. Vaas, kleed, plantjes. Genoeg voor een complete make-over. Met haar mondhoeken naar beneden liep ze voor de kar uit, het duwwerk overlatend aan de man die haar gezelschap hield. Gelukkig had ze ook een groot schilderij met paarstinten bij zich, met opbeurende teksten. Ik zag nog net de eerste zin: “Laugh your heart out”.