Klein zinnetje, met een lach door de telefoon getoeterd. Lang nadat we hebben opgehangen, zingt “te vroeg pieken” nog door mijn hoofd.
Want als je kijkt naar de reis van de held, overkomt het velen dat je avontuur aan je deur klopt. Je reageert alleen niet altijd.
Uiteindelijk, hoorde ik laatst, is het moment voorbij. Heb je de oproep een aantal keren aan je voorbij laten gaan én – en dat is het pijnlijke onderdeel – zal dat avontuur zich ook niet ontvouwen in jouw leven. Wordt de oproep gewoon meteen je piek.
Waar belden we dan over, vraag je je misschien af.
We hadden het over schrijfwedstrijden. Dat je die bijna nooit wint. En ik heb haar verteld, met veel plezier, dat ik er een keer één gewonnen heb. Dat het dus kan.
Ik was 11. Het verhaal is uitgegeven in een verhalenboek, met daarbij een heuse pasfoto van mijn 11-jarige zelf. 1.500 echte guldens had ik er mee gewonnen. Om daarmee een reis te maken naar die prachtige oude overblijfselen in Griekenland, met mijn vader. Echt een hele mooie herinnering. Dat je ervaart dat het geluk mét je kan zijn.
Ik wist ook zeker dat ik wilde gaan schrijven, later. Ik heb van alles gedaan wat daar niets mee te maken had. En een boek van mij heeft geen van jullie in de winkel zien liggen, toch?
En dan is “heb je misschien te vroeg gepiekt” ook wel een beetje pijnlijk. Maar er is nóg een oproep voor de reis, waar ik dit keer wel naar geluisterd heb.
Ik doe – voor het eerst – mee aan NaNoWriMo. In november schrijf ik, gelijk met vele deelnemers wereldwijd, minstens 50.000 woorden. Aan een boek, waarvoor ik eerder al een raamwerk gemaakt heb.
Deze oproep is (ook!) voor mij.
Go Wietske go!