“Waarom denk jij dat die katten zich rotschrokken?” vraag ik mijn middelste.
Ik heb hem net een omschrijving gegeven van een filmpje met schrikkende katten. De beestjes springen een gat in de lucht. Elke keer op het moment dat ze een komkommer zien liggen.
Hij denkt niet lang na.
“Het is een groente”
Nee schat.
OK. Dat zit nog dieper dan ik dacht.
Zijn volgende oplossing is: “Het is een slang?”
Dat zit waarschijnlijk meer in de buurt.