Barbecuen gaan we. Het is een zinderend hete, windstille zomerdag.
Voor we van start gaan, heb ik tijd voor de tuin.
Mijn oog valt op mijn brandnetelgier, die twee weken heeft staan rotten in de hoek van de tuin. Een zelfgemaakt brouwsel dat je verdund bij je planten moet gieten. De gier is klaar. Want de stank is ondraaglijk.
Zal ik?
Enthousiast doe ik een eerste ronde met de gieter. Onder de slechte ideeën, is dit wel een uitschieter. De gieter moffel ik weg.
Manlief stapt naar buiten met de kolen. Deinst terug. De geur van mijn brouwsel ligt als een deken over de tuin.
Soms is “sorry, ik zal het niet meer doen” het enige wat je kunt zeggen.
Ja, soms moet je iets verder ruiken dan je neus lang is. :-0
Niets aan te doen :0)